Aandacht voor techniek op alle basisscholen in 2020. Een investeringsfonds om techniek in het onderwijs te stimuleren en duizend beurzen per jaar voor techniekstudenten om ze te binden aan het bedrijfsleven. Honderd miljoen euro om de technische kennis van docenten te vergroten en drie honderd miljoen euro voor bij- en omscholing van mensen met interesse in techniek. 



Dit zijn enkele van de 22 afspraken die vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers en het onderwijsveld hebben afgesproken met het kabinet en regionale overheden. De afspraken zijn vastgelegd in het zogeheten nationaal Techniekpact 2020 en markeren de start van een langjarige aanpak om te zorgen voor meer technisch geschoolde vakmensen.

Draagvlak
Naast de concrete acties zit de meerwaarde van het Techniekpact in het feit dat het gesteund wordt door alle betrokken partijen. Het onderwijsveld (VSNU, VO-Raad, PO-Raad, MBO-Raad, Vereniging Hogescholen, NRTO), de vakbonden (FNV en CNV), werkgevers (VNO-NCW, MKB Nederland, FME, de Koninklijke Metaalunie, vertegenwoordigers van de topsectoren), studenten (ISO) en de regio’s slaan de handen ineen met de overheid om het tekort aan technisch geschoolde vakkrachten tegen te gaan. Namens het kabinet hebben de ministers van Economische Zaken (EZ), Onderwijs (OCW) en Sociale Zaken (SZW) en de staatssecretaris van Onderwijs (OCW) het Techniekpact getekend.

Minister Kamp van EZ is tevreden met de gemaakte afspraken: "Veel bedrijven die groeikansen zien, moeten die laten lopen omdat ze niet aan genoeg technische vakmensen kunnen komen. Daar gaan we nu met elkaar verandering in brengen. Het is leuk en lucratief om als student of als werknemer te kiezen voor techniek en technologie".

Minister Bussemaker van OCW lanceert een investeringsfonds en verbetert hiermee de aansluiting van het onderwijs op de regionale vraag van het bedrijfsleven: “Eén en één is in dit geval drie. Elke euro van het Rijk wordt aangevuld met een euro van het bedrijfsleven en de regio. Daarmee laten we alle drie zien dat we het probleem onderkennen en met échte oplossingen willen komen”, aldus minister Bussemaker.

Minister Asscher van SZW: “Het Techniekpact is een goede, nadere invulling van de afspraken in het sociaal akkoord om werklozen naar werk in de techniek te begeleiden. In de regio liggen de kansen, daar moeten werklozen daadwerkelijk aan bedrijven gekoppeld worden. Het commitment dat alle partijen met dit gezamenlijke pact uitstralen, geeft vertrouwen in de uitvoering van de plannen."

Bernard Wientjes, voorzitter VNO-NCW: “De afgelopen jaren is door verschillende partijen natuurlijk al veel gedaan om de dreigende tekorten in de techniek aan te pakken. Het Techniekpact moet wat mij betreft gaan werken als een katalysator die alle plannen en activiteiten die er zijn, versnellen en intensiveren.”

Hans Biesheuvel, MKB-Nederland: “Het negatieve imago dat techniek vaak nog heeft, is volstrekt achterhaald. Techniek is óók de tablet en telefoon waar jongeren zo gek op zijn. Ik hoop dat het Techniekpact ertoe bijdraagt om dat beeld recht te zetten. De techniek is bij uitstek een sector die uitdagingen biedt en waarin jongeren een mooie loopbaan tegemoet kunnen zien.”

Jan van Zijl, voorzitter MBO-Raad: “Met ondertekening van het Techniekpact neemt het mbo actief haar aandeel in de verantwoordelijkheid om samen met het bedrijfsleven meer jongeren te motiveren en op te leiden voor de diverse techniekbranches. Het pact markeert een andere benadering van sectorale samenwerking. Die bij snel succes ook zomaar een voorbeeldaanpak zou kunnen zijn: de techniek is immers niet de enige tekortsector.”

Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter FME: “Met het Techniekpact kiezen we voor een structurele aanpak van het tekort aan technici en dat is cruciaal voor de verdienkracht van Nederland. Het is een doe-pact dus nu de schouders eronder!”

Ton Heerts, voorzitter FNV In Beweging: “Een prachtig concreet resultaat van het sociaal akkoord! Meer jongeren in de techniek opleiden, meer mensen aan het werk houden. Dat hebben we juist in deze economische slechte tijden nodig voor nu en voor de toekomst. Er zijn veel goede voorbeelden die snel navolging verdienen. Zo heeft in de regio Apeldoorn Erik Hollander van Hollander Techniek al twee jaar jongeren in zijn bedrijf rondlopen die bij hem het benodigde praktijkonderwijs krijgen.”

Namens de regio’s Ard van der Tuuk (gedeputeerde provincie Drenthe): "We moeten inzetten op de economische kansen van de toekomst en elkaar daarin weten te vinden. Met dit pact willen wij gezamenlijk het verschil gaan maken in de techniek om een beter perspectief op de arbeidsmarkt te kunnen bieden."

Tekort aan technici
Met dit pact willen de ondertekenaars bereiken dat méér jongeren kiezen voor techniek, leren in de techniek en dat méér werknemers gaan en blijven werken in de technieksector. Daarmee behoudt Nederland haar positie in de wereldtop als het gaat om concurrentiekracht, innovatie en wetenschappelijk onderzoek. Terwijl de werkloosheid in Nederland oploopt ontstaat er in sommige sectoren echter een tekort aan tienduizenden technische arbeidsplaatsen. Tot 2020 zijn er jaarlijks 30.000 extra technici nodig. In dit pact staan 22 afspraken die de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt in de technieksector versterken en het tekort aan technisch personeel tegen te gaan.

Enkele voorbeelden van die afspraken zijn:



  • In 2020 bieden alle 7.000 basisscholen in Nederland structureel wetenschap en technologie aan.
  • Er komt een investeringsfonds waar kabinet, werkgevers en regionale overheden ieder 100 miljoen euro in stoppen om meer te kunnen investeren in techniekonderwijs. Bedrijven doen dat door bijvoorbeeld personeel af te staan voor gastlessen, te investeren in opleidingen of door technische installaties, werkplaatsen, laboratoria of machines beschikbaar te stellen voor mbo-opleidingen.
  • 50 procent van de leerlingen in het vmbo (oude mavo) kiest in 2015 voor een vakkenpakket met natuur- en scheikunde. Om dit te bereiken komen er in de diverse regio’s en provincies mavo’s gericht op techniek, de TechMavo. 
  • Het kabinet reserveert 300 miljoen euro in 2014 en 2015 (600 miljoen totaal) voor bij- en omscholing van mensen met interesse in techniek. Werkgevers en vakbonden gaan samen zij-instroom in techniek bevorderen. Ook wordt het voor werklozen makkelijker om zich met behoud van WW-uitkering om te scholen naar een baan in de techniek. 
  • Bedrijven uit de Topsectoren stellen jaarlijks 1.000 topbeurzen ter beschikking voor een betere instroom van techniektalenten
  • Het kabinet trekt eenmalig € 100 miljoen uit om meer bètadocenten in het voortgezet onderwijs te krijgen en de Pabo’s in staat te stellen meer aandacht aan techniek te geven. Techniek wordt vanaf 2014 een verplicht vak op de pabo.
  • Bedrijven gaan iedere student met een technische opleiding in het mbo een stage – of leerwerkplaats aanbieden.
  • Het georganiseerde bedrijfsleven gaat een digitaal loket – “techniek-onderwijs.nl”- opzetten. Via dit loket kunnen: 
    basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs zich melden wanneer zij ondersteuning van het bedrijfsleven nodig hebben voor het geven van techniekonderwijs op locatie en in de klas;
    jongeren met een technische beroepsopleiding een stage of leerwerkplek vinden;
    scholen in het beroepsonderwijs een vakkracht of gastdocent uit het bedrijfsleven voor de klas vinden;
    scholen stageplaatsen vinden voor hun bètadocenten.


Myreport twitter